Lemahieu

Hout duurzaam brandvertragend maken

11/08/2023

Deel dit bericht:

Houtbouw

Houtverduurzaming

Verduurzaamd hout is gevoeliger voor brand en wordt – wanneer vereist – dan ook brandvertragend behandeld. Ook daarvoor geldt: het liefst zo duurzaam mogelijk én voor lange tijd. “Je kunt niet zeggen: doe na acht jaar maar een keer onderhoud.”

Hout is hot

Ja, hout is hot, zegt Arjo Lock enigszins gekscherend. De manager afdeling materiaalgedrag bij Efectis, een testbureau gespecialiseerd in brandveiligheid, blijft graag spreken in brandtermen. “Architecten zijn er lyrisch van. We willen in dit tijdperk van verduurzaming graag hout gebruiken omdat het een hele duurzame uitstraling heeft. Onbehandeld en onderhoudsvrij voor 30 jaar – en het liefst nog langer.” Om dat mogelijk te maken wordt hout veelal chemisch of thermisch gemodificeerd. “Daarbij geldt één grote maar: op het moment dat je hout gaat verduurzamen wordt het minder gevoelig voor weer en wind, maar het heeft als bijkomend effect dat het brandbaarder is geworden.”

 

Wanneer dat verder geen aspect is: prima. Zowel, dan moet het hout brandvertragend behandeld worden om te kunnen voldoen aan het Bouwbesluit. De lat van het Bouwbesluit is niet hoog, vindt Lock. Want enkel bedoeld om mensen veilig te kunnen laten vluchten. “Hij wordt in de markt nog wel eens ervaren als een enorm struikelblok, maar dat valt echt wel mee. Het is een beperkt latje dat daar ligt.”

Impregneren en/of coaten

 

Om gemodificeerd hout brandvertragend te maken wordt het geïmpregneerd en/of gecoat. Impregneren gebeurt vaak door er in een tank onder hoge druk vloeistof in te persen. Daarna wordt het hout weer gedroogd: “Dat werkt geweldig goed. Er zijn ook systemen waar een middel met kwast of spuit wordt aangebracht, en ook dat functioneert.”

 

Eén nadeel blijft: als dit hout aan de gevel hangt, wast de brandvertrager er onder invloed van weer en wind ook weer uit. “En dan ben je terug bij af. We hadden het hout nu juist opgehangen omdat het onderhoudsvrij was, daarom was het ook verduurzaamd. En dan is er toch weer onderhoud nodig, omdat het hout na verloop van tijd niet meer die brandklasse heeft die het moet hebben.”

 

Daar wringt de schoen nu een beetje, ziet Lock. “Gelukkig is er vanuit de houtindustrie steeds meer aandacht voor. Er is een norm voor gerealiseerd, de EN 16755. Daarin staat een methode beschreven waarmee je kunt toetsen of het hout – na blootstelling aan weer en wind – nog steeds voldoet aan de brandklasse. Dat is heel lastig voor elkaar te krijgen. Er zijn maar paar bedrijven die dat redelijke onder de knie hebben en die ervoor hebben gezorgd dat de brandvertrager er minder makkelijk uit kan wassen.”  

Coaten

Hout brandvertragend coaten kan ook. “Dat kan als voordeel hebben dat het hout een kleur krijgt. Al gruwen architecten daar misschien weer van.”

 

Een coating kan ook worden toegepast om ervoor te zorgen dat het impregneermiddel niet kan uitwassen. “En daar zijn ook andere methoden voor. Bedrijven stoppen er dan nog iets in – een kunststofje of een polyethyleen bijvoorbeeld. Wat je niet ziet, maar wat ervoor zorgt dat het brandvertragende middel er niet meer uit kan.”

 

Of je dan na 30 jaar dat hout weer als snippers in het bos kunt terug kunt brengen – zeg maar de ultieme circulaire gedachte – is de vraag. “Bij hout waar chemische middelen onderhand uit zijn verdampt, gaat dat heel makkelijk, maar als er een kunststofje in zit, kan het niet meer als snippertje in het bos.”

Samengevat: er zijn verschillende oplossingen om hout brandvertragend te maken. Waarbij je het liefst een zo milieuvriendelijk mogelijke methode hanteert.

Burnblock®

Het Belgische Lemahieu is leverancier van houtproducten en specialist in het brandvertragend behandelen van hout. Het bedrijf impregneert hout met Burnblock®, een brandvertrager op basis van 100% natuurlijke ingrediënten. “Het is voor 100% biologisch afbreekbaar”, zegt Geoffrey Moerman van Lemahieu FireProtection®. “Daar is veel vraag naar, dat klopt. Wat voor architecten ook interessant is om te weten is dat het product beschikt over een Cradle to Cradle Gold-certificaat.”

 

Bij het impregneren met Burnblock® komt naderhand geen coating te pas. “Burnblock® heeft dat niet nodig om de duurzaamheid in de tijd te waarborgen. Dat werd ook getest en gedocumenteerd.”

 

Als houtleverancier ziet Moerman verder dat er in de markt veel vragen leven over de CE-markering van houtproducten en de zogeheten end-use conditions. “Dat is een belangrijk gegeven: een bedrijf dat brandvertragend hout op de markt brengt, heeft voor dat product verplicht een CE-certificering nodig overeenstemming met EN 14915:2013. Heb je dat niet, dan mag je geen brandvertragend hout verhandelen. Een ander belangrijk gegeven – en dat wordt vaak vergeten – is dat het laten voldoen aan de juiste brandklasse niet enkel slaat op de plank hout, maar op de totale opbouw. Die opbouw is even belangrijk als de plank die je behandelt.”

 

In bepaalde gevallen hoef je niet te behandelen, afhankelijk van de vereiste brandklasse (D-s2,d0). Daarvoor geldt dan het principe CWFT, wat staat voor classified without further testing (oftewel goedgekeurd zonder verder benodigde test). “Maar ook daarbij dien je rekening te houden met een bepaalde opbouw en plaatsing.”

 

Lemahieu levert veel verschillende houtsoorten en kan die – wanneer brandvertragend behandeld – CE gecertificeerd leveren met een brandklasse B-s1,d0. Ook een combinatie van brandvertragend behandeld met een aangebrachte voorvergrijzer of een kleur is mogelijk – en dat dus allemaal gecertificeerd.

“Het is belangrijk om te beseffen dat iedere wijziging die je achteraf zelf aanbrengt in principe weer moet worden getest. Je kan niet zomaar een kleur van een bepaald merk of een voorvergrijzer in willekeurige laagdikte aanbrengen. Dit moet een geteste combinatie zijn.”

Als specialist heeft Lemahieu vaak ook een adviserende rol richting handel en verwerker. “Die verwerker draagt uiteindelijk de eindverantwoordelijkheid. We proberen hem daarin bij te staan, correct te adviseren en een oplossing aan te bieden. Als dat inhoudt dat we brandvertragend moeten behandelen, dan geven we ook die mogelijkheden.”

Intermediate scale test

Wat betreft het testen van producten voor CE-markering zit er nog wel een ontwikkeling in het vat, noemt Arjo Lock. “We zijn er door ervaring achter dat de in Europa gangbare methode – die single burning item-test - voor geveltoepassingen eigenlijk niet zo geschikt is. Met name door de Grenfell-brand in 2017 is die discussie op gang gekomen.”

 

Maar de Europese molens draaien niet hard. “We zijn nu 6 jaar aan het praten om tot een nieuwe Europese geveltest te komen. Waarbij producten waarschijnlijk heel anders worden getoetst dan in de SBI-test. Dan wordt het voor producten misschien wat kritischer en zou het best kunnen dat er aanpassingen moeten worden gedaan om ze aan die fors zwaardere test te laten voldoen.”

 

Omdat die Europese testmethode op zich laat wachten wordt daarnaast in Nederland gewerkt aan testmethode voor de tussenliggende periode. Deze zogenoemde Intermediate Scale test volgens ISO 13785 wordt mogelijkerwijs geïmplementeerd om in die tussenperiode “de eis toch een beetje op te tillen”, zegt Lock. Bij dit onderzoek – dat loopt via de NEN - is Efectis als testbureau ook betrokken. “Deze zomer doen we daar testen voor, om te zien of de bedachte methode kans van slagen heeft. Waarschijnlijk wordt er dan eind van het jaar een klap op gegeven en zal deze worden ingevoerd.”   

 

Deze nieuwe methodes kunnen ook gevolgen hebben voor het testen van de verouderingsprocedure. “Dat wordt misschien best spannend. We gaan het zien. Hopelijk valt het mee, want het is natuurlijke hartstikke mooi om hout aan de gevel te hebben.”

 

Dit artikel is geschreven door Paul Diersen en is verschenen in het vakblad Houtwereld 79(9) van 14 juli 2013.